Wonen betekent in de eerste plaats een ‘thuis’ hebben. Waar je je op je gemak voelt, waarin je je jezelf kunt zijn, waar het veilig is letterlijk en figuurlijk. Waarin je je geaccepteerd en gewaardeerd voelt om wie je bent en waar je de noodzakelijke geborgenheid en warmte vindt. Een plek die je zelf vorm en inhoud geeft en van waaruit ervaringen kunnen worden opgedaan. Een stek waar je de rust en de aandacht vindt die je nodig hebt. Een thuis dus waar je je ook wezenlijk thuis voelt
De basis voor dit thuis wordt naast het appartement ook gevormd door de medebewoners van het complex, de begeleiding en het huis en zijn omgeving. Dit houdt in: een eigen appartement met een zit- en slaapkamer, een kleine keukenunit en een eigen badkamer voor elke bewoner. Daarnaast beschikken de bewoners over een aantal gemeenschappelijke ruimtes zoals een gezellig ingerichte huiskamer waarin men elkaar en mensen van buitenaf ongedwongen kan ontmoeten om bijvoorbeeld tv te kijken of een verjaardag te vieren. En natuurlijk een ruime keuken, waar de gezamenlijke maaltijden worden bereid en eveneens gezamenlijk gegeten wordt. Denk ook aan een ruimte waar spelletjes gedaan kunnen worden en een aantal ruimtes voor de huishouding, zoals een berging, een was en strijkhok. Er is ook een gezamenlijk terras/tuin, die in samenspraak met bewoners, ouders en zorgteam verder zal worden ingericht.